de Vier Winden

Eigen website Oude ansichten Molen Database

Restauraties

Aan de Molenweg op de hoek met de Haagweg staat sinds jaar en dag de uit 1882 daterende korenmolen van Monster. Lang voor 1882 stond hier op dezelfde plaats een molen. Op 17 september 1311 gaf de eigenaar van die molen, Diederic van der Wale, de molen met het windrecht te Voswijk aan zijn neef Jan I van Polanen in leen. De exploitatie van de korenmolen, met het daaraan verbonden windrecht, was voor Jan I van Polanen een grote inkomstenbron: iedereen in het toen grote ambacht Monster was namelijk verplicht zijn graan op deze molen te laten malen.Toen de bezittingen van de Polanens in 1404 op de graven van Nassau overgingen, waren zij het die de molen in achterleen uitgaven tegen bedragen die varieerden van 50 tot 100 pond per jaar. Omstreeks 1600 had de graaf van Aremberg de molen in leen van Prins Maurits, daarna Mr. Johan van Hoof, die op 23 mei 1620 de molen overdroeg aan Gerrit Janszoon. Prins Maurits ging akkoord met deze overdracht, waarna Gerrit Janszoon zich Gerrit Janszoon van Voswijk ging noemen. In 1676 bleek Cornelis Corneliszoon van Veen de molenaar te zijn. Zijn weduwe gebruikte de molen nog in 1695, maar omstreeks 1700 kwam Hendrik Holierhoek Pleunzoon op de molen, in 1747 opgevolgd door Teunis van der Knijff. Daarna was Cornelis Kouwenhoven molenaar en vervolgens Jeremias Kouwenhoven, die de molen op 7 mei overdroeg aan Huybert Burgersdijk, een molenaarszoon uit ’s S-Gravenzande. Uit de oude verpondingboeken blijkt dat de molen als belastingobject ook belangrijk was. In 1610 werd de molen aangeslagen voor 63 gulden en 5 stuivers, naar huidige maatstaven een flink bedrag. In 1622 was dit 83 gulden en tien stuivers. Enkele jaren later werd dit bedrag verlaagd tot 66 gulden en in 1635 werd dit zelfs 41 gulden en 10 stuivers. De “Gouden eeuw” was voor de Monsterse molenaar dus niet zo’n gouden periode. In 1695 werd de molen weer aangeslagen voor 91 gulden en 10 stuivers; Met de Monsterse economie ging het toen weer wat beter, met name door de opkomst van de tuinbouw en doordat de ‘ontvolking’ tot staan was gebracht. In de twintigste eeuw leed de molen een kwijnend bestaan. de eigenaar de heer H.J. t Hoen diende in de jaren 1930 en 1931 een eis tot schadevergoeding in bij de gemeente, omdat bij de molen een woonwijk was gebouwd en hij naar zijn mening werd belemmerd in zijn windrecht. Het protest leidde tot niets, waarna ’t Hoen de molen verkocht aan de gebroeders Langeveld te Loosduinen. Zij stelden de molen buiten gebruik en verkochten die met de bijbehorende gebouwen in 1957 aan de gemeente Monster. Na verschillende restauraties is de molen weer regelmatig in bedrijf. Vanaf 1983 wordt hij bemalen door leden van het Gilde van Vrijwillige molenaars.

Laatst gewijzigd January 16, 2024: tags voor verdwenen en ansichten (0fea5d1)